Vlees (essay)

in #nl7 years ago (edited)

Wanneer mijn zus en ik zondags, gezegend en wel, na de hoogmis naar huis wandelden, liep het water ons in de mond. Ik heb het over begin jaren zeventig. Huizen hadden opeens een grijs plastic vierkantje in de bakstenen zijgevel, naast het keukenraam: de uitlaat van De Afzuigkap. Daarin wapperden drie horizontale klepjes al ratelend de kooklucht naar buiten.
De moeders, die naar de vroegmis waren geweest, stonden met hun zondagse schort voor aan het fornuis en in alle straten van het dorp hing de geur van gebraden vlees. Bij ons thuis was het om en om varken en rund wat de pot schafte. Door-en-door gaar en badend in een dikke bruine jus die royaal over de gekookte aardappelen werd gelepeld.
Al het vlees kwam van de slager om de hoek. Op Youtube bekijk ik een documentaire uit 2014 getiteld Laatste ambachtelijke slagerij Meijers Elsloo, waarin de broers Math en Hay vertellen over het slagersvak zoals zij dat al bijna een halve eeuw uitoefenen. De kleine slagerswinkel, waar ik als kind graag aan de hand van mijn vader naartoe liep om een plakje worst in ontvangst te nemen en later bijna dagelijks heen werd gestuurd om een boodschap, ziet er in het filmpje nog precies hetzelfde uit als vijftig jaar geleden. We volgen Math als hij bij de plaatselijke veeboer een stier gaat uitkiezen. Hij beweert dat hij aan een beest kan zien hoe zijn vlees zal smaken. De runderen staan in ruime, schone boxen en kijken je met een heldere, nieuwsgierige blik aan, als huisdieren. Ja, als individuen! Even later zien we de veewagen bij de slachterij aankomen. Heel rustig trekken twee mannen de stier met een touw naar zich toe. Over de laadklep heen plaatst een van hen een metalen apparaat (het lijkt nog het meest op zo’n meeneem-fietspomp) tussen de stier z’n ogen, we horen een luide pàng en het dier stort onmiddellijk dood neer. Met een zware dreun valt het op de bodem van de aanhanger. Het zag niets aankomen, had geen tijd om bang te zijn. Javier Bardem met z’n hogedrukspuit gezien in No Country For Old Men? Dat idee. Ook de slachterij en de handelingen die daar verricht worden zijn nog precies als in mijn herinnering. Mooie herinnering aan spannende uren uit mijn kindertijd!
Wanneer een van ons er lucht van kreeg dat er geslacht ging worden hoefde hij dat maar één keer te roepen en wij lieten ballen en springtouwen uit onze handen vallen en rènden, of rolschaatsten, met z’n allen de straat uit om heerlijk te gaan griezelen.
Eerst bleven we op de stoep voor de winkel staan kijken naar het uitladen van het varken of de koe van wie het laatste uur geslagen had. Vonden we het zielig? Ik geloof het niet. Kan me niet herinneren dat er ooit iemand van ons vegetariër wilde worden, al hielden we nog zo veel van dieren. Tijdens wandelingen aaiden we over het prikkeldraad heen koeien en paarden, we brachten de eendjes en de hertjes oud brood, we redden uit het nest gevallen vogeltjes, we plengden tranen op het graf van hamsters en cavia’s en lieten ons schaterlachend door honden het gezicht aflikken. Maar dat deze beesten geslacht werden was een vanzelfsprekende gang van zaken. Vlees eten was niet iets om je schuldig over te voelen. Ik geloof dat we niet eens wísten dat er ook mensen waren die géén vlees aten.
De slagers stuurden ons niet weg, ook niet als we achter hen aanliepen naar het slachthuis achterom, om datgene te zien waar we eigenlijk niet naar durfden te kijken. Ze vonden denk ik, dat kinderen stukje bij beetje moeten leren hoe het leven in elkaar zit.
Schuin tegenover de slager woonde begrafenisondernemer Paul Daemen. Toen daar eens een jonge buurvrouw opgebaard lag, doodgebloed bij de geboorte van haar eerste kind, stuurde mijn moeder ons erheen met de woorden: ‘Jullie moeten toch eens ’n keer een dode zien en zo’n mooie jonge vrouw, die niet ziek was, is niet akelig.’
Het was inderdaad niet akelig. Net Sneeuwwitje. Maar dat is een ander verhaal.
Afgelopen week hoorde ik op de radio dat de Tweede Kamer een motie van de Partij voor de Dieren heeft aangenomen voor camera-toezicht in alle Nederlandse slachthuizen. Bij slagerij Meijers gebeurde alles onder toezicht van het hele dorp. Ze hadden niks te verbergen.
Ruziënd over wie op de deksel van de zinken vuilnisbak mocht staan verdrongen wij ons met z’n tienen voor het raampje in de zijmuur van de kleine slachterij, een brandschone wit betegelde ruimte. Eerst zagen we hoe het donkerrode bloed dat uit het dier stroomde werd opgevangen in roestvrijstalen bakken. Daarna werden er scherpe metalen haken door de achterpoten geslagen en werd het dier aan kettingen een stukje opgetakeld. De buik werd opengesneden, de endeldarm werd losgemaakt en de bleekblauwe darmen kronkelden over de vloer. Huh! Die darmen vonden we allemaal het griezeligst. En dan het wegbranden van varkensharen, die lùcht, brrr…
slachten2.jpg
De hagelwitte overalls van de slagers raakten meer en meer besmeurd met bloed, de profielzolen van hun rubberlaarzen stempelden ontelbare rode afdrukken op de vloer.
Ik moest altijd denken aan het sprookje Blauwbaard, of nee, waarschijnlijk was het andersom, zag ik bij het lezen van Blauwbaard deze beelden voor me.
Wanneer het bloederigste deel van het karwei achter de rug was en het meeste rood met behulp van een waterslang tot lichtroze verdund en door een vloerputje weggespoeld, wandelden wij opgewonden napratend terug naar onze eigen straat, waar we het speelgoed weer oppakten.
’s Avonds aan de eettafel zei je tegen je ouders: ‘We zijn naar het slachten gaan kijken!’
‘Wat leuk,’ zei je moeder en legde een hamlapje op je bord, dat je met smaak verorberde.
Jaren later, ik woonde in Maastricht op kamers, las ik in een plaatselijke krant een ingezonden brief van iemand die zich enorm opwond over het slachten van een varken op een oude-ambachtenmarkt waar kinderen rondliepen. Elke dag weer, minstens een week lang, stonden er ingezonden brieven over dit onderwerp in de krant en de schrijvers ervan waren het allemaal roerend met elkaar eens: dit kon ècht niet! Toen ik uiteindelijk in de pen wilde klimmen om een stevig tegengeluid te laten horen was potverdomme ‘de discussie gesloten.’
Inmiddels vliegen je de filmpjes van misstanden in de vleesindustrie om de oren en kinderen zijn misschien wel beter op de hoogte dan hun ouders. Heel wat kinderen in mijn omgeving zijn op eigen initiatief vegetariër geworden. Ik bewonder die kinderen! Zelf klik ik de slachthuisfilmpjes altijd gauw weg, net als mijn geweten, dat fluistert dat ik geen vlees meer zou moeten eten. Vlees eten is al lang niet meer iets dat ik onbekommerd doe.
Van mijn vader hoorde ik dat de broers Math en Hay Meijers deze zomer met pensioen gaan. De slagerij sluit voorgoed de deuren.
Is dit niet hèt moment om eindelijk vegetariër te worden?
Om er niet over na te hoeven denken ga ik op zoek naar een plaatje dat mijn kapper duidelijk moet maken wat ik bedoel met ‘rommelig.’ Ik google Chrissie Hynde, die had altijd zo’n leuk haar, herinner ik me opeens. Wat lees ik naast de eerste de beste Youtube afbeelding van haar: Chrissie Hynde on why she doesn’t eat meat. Wattefak > Play!
Ik kijk en luister naar haar en kan alleen maar instemmend knikken.
Doe mij dat kapsel èn dat karakter.

Coin Marketplace

STEEM 0.18
TRX 0.13
JST 0.028
BTC 57367.79
ETH 3098.11
USDT 1.00
SBD 2.32