Martins Kerstwens
Martins Kerstwens
Het was de dag voor Kerst. Martin keek naar Tim die voor zich uit starend een balletje rolde, die iedere keer door Spikey enthousiast werd opgehaald. Tim was gek met Spikey, maar natuurlijk had hij nooit de plek in kunnen nemen van Anja.
Als het voor hem al moeilijk was geweest, de lijdensweg van haar ziekte, de dood, vlak voor de vakantie, het had hem getekend. Voor Tim moest hij door, er was geen andere keuze, maar God wat was het zwaar.
Tim had geen lach meer laten horen of zien, en dat was wat Martin nog het meeste raakte. De stoere knul, die altijd grapjes maakte en lachte, die was zijn betoverende lach verloren op de dag dat zijn moeder Anja overleed.
Marie legde een arm om Martins schouder. Gaat het een beetje? Vroeg ze, Martin knikte en slikte de brok in zijn keel door. Ondanks het zware verlies dat ze had geleden toen haar enige dochter overleed, was ze een steun voor Martin en Tim. Op haar advies had Martin ook Spikey gekocht. Een stukje afleiding, iets om tegen te praten, iets om hem op te fleuren, een stukje steun te geven, had Marie gezegd, en Spikey was een goede zet geweest. Niet dat het de lach had terug gebracht, maar de eenzame dagen opgesloten op zijn kamer waren voorbij sinds Spikey er was.
Dit is altijd moeilijk Martin, de eerste Kerst zonder haar, niemand verwacht dat je hier als een rots doorheen gaat. Daarom blijven pa en ik hier, en als je het even niet trekt, neem dan gerust je tijd, dat moment zullen we allemaal wel krijgen. We moeten er even met elkaar doorheen.
Tim rolde de bal weg, en Spikey rende er onhandig achteraan. Zijn poten waren veel te lang, en hij wist nog niet goed hoe hij ze moest gebruiken. Spikey struikelde dan, en dat was best een dom gezicht, vond Tim. Hij zou er om kunnen lachen, als hij maar niet zo verdrietig was. Hij miste mama. Hij miste haar zo erg, dat hij soms midden in de nacht wakker werd en aan haar moest denken. Hij vertelde dat nooit. Papa, opa en oma waren ook verdrietig. Tim zag dat wel, hoe hard ze ook hun best deden dat voor hem te verbergen. Tim vond het wel best. Als niemand anders huilde, dan kon hij het makkelijker tegenhouden. Hij was soms boos dat hij moest huilen. waarom zou je huilen? Mama kwam er toch niet mee terug. Hij had mama in haar kist zien liggen, alsof ze aan het slapen was. Toen snapte Tim het nog niet, hij vond het maar raar. Maar toen de kist naar beneden zakte, onder de grond was het wel duidelijk. mama zou nooit meer wakker worden. Hij was zo boos geworden op God dat hij de ketting die hij van haar had gekregen toen ze ziek was, op haar kist had gegooid, die zo met haar onder de grond verdween. Hij had sinds die dag niet meer gelachen. Gelukkig had hij Spikey, Spikey luisterde zonder vervelende vragen te stellen. Niet steeds van, gaat het wel, en als je wil huilen, dan mag dat best hoor, dom gedoe. Spikey wilde alleen maar spelen, en zo hoefde Tim heel even niet aan mama te denken. Spikey had de bal gepakt en terug gebracht. Tim wist wat Spikey wilde, Spikey wilde dat Tim de bal gewoon weer weg rolde. En dus rolde de bal richting de Kerstboom, met daaronder cadeautjes. Maar geen van de cadeautjes zou het cadeau zijn dat Tim echt graag wilde, een klok waarmee hij de tijd terug kon zetten, zodat mama niet dood was, en dat hij aan mama kon vragen of hij een hondje mocht en dat mama dan "ja" zou zeggen, want dat wist hij zeker. Mama en Spikey zouden hele goede vrienden zijn geworden. Mama had het zeker goed gevonden. Maar dat cadeau, wist Tim, die lag er zeker niet tussen.
Googlesearch
Het begon langzaam aan avond te worden. Tim zat met zijn hoofd in zijn telefoontje. Spikey zat het even te bekijken, hij wist dat hij nog even naar buiten mocht en keek Tim aan alsof hij aan wilde geven dat het wat hem betreft wel tijd was. Spikey sprong bij Tim op schoot en begon plagend met het draadje van zijn koptelefoon te spelen.
Ja, ja, Spikey, je bent zo aan de beurt. Even mijn spelletjes afmaken, dan gaan we. Spikey vond dat echter niet zo'n goed idee, en bleef Tim plagen tot hij uiteindelijk maar toegaf.
Gekke hond, kun je niet heel even wachten? Nou, goed dan.
Tim schreeuwde naar boven dat hij Spikey ging laten plassen en Martin vroeg of hij voorzichtig wilde doen, en niet verder dan het grasveldje voor de deur. Is goed Papa, liet Tim weten en hij trok zijn jas goed dicht. Er stond een vervelend koude wind, en Tim had geen zin om de hele avond koud te zijn. Hij pakte de riem van Spikey, lijnde hem aan en liep met Spikey naar buiten waar de wind stevig blies. Er waaide hier en daar wat dingen door de lucht. Blaadjes die normaal in de winter aan bomen bleven totdat de wind ze losrukte en ze een speeltuig van de wind werden. Spikey keek naar de dingen die voorbij vlogen. Voor hem was alles speelgoed, zo ook rondvliegende blaadjes. Tim gaf hem af en toe een klein rukje terug en sprak de hond bestraffend toe.
Nu even niet spelen, Spikey, je krijgt die dingen toch niet te pakken.
Plots zweefde er iets op de wind, het leek op een stukje papier, maar het vreemde was dat het papiertje licht leek te geven. Door de wind die in de ogen van Tim sneed kon hij het niet goed zien, maar Spikey was er helemaal verliefd op en gaf een stevige ruk om achter het lichtende dingetje aan te gaan. Door de ruk brak het slotje van de halsband en voor Tim er erg in had rende Spikey achter het lichtje aan het donker in.
Spikey! Spikey! Kom hier, stoute hond, kom hier!
Maar hoe hard Tim ook schreeuwde, Spikey kwam niet terug, en Tim keek naar de kant waar hij naartoe was gerend, en zag hem niet meer. Tim rende gauw naar huis en begon met beide vuisten op de deur te slaan. Papa! Open maken! Spikey is weg!
Martin rende de trap af. Wat is er, wat schreeuw je zo? Vroeg Martin.
Hij keek in het gezicht van Tim die hem verschrikt aan keek. Spikey is weg papa, Spikey is weg. En plotseling begon Tim te huilen, hij was helemaal over zijn toeren. Martin tilde hem op en zag de lege riem waaraan Spikey had gezeten. Oma kwam er snel bij en hoorde wat er was gebeurt. Ze nam Tim van Martin over die snel naar buiten rende en in het huis konden ze Martin buiten horen schreeuwen. Martin bleef wel tien minuten doorschreeuwen, maar er was geen spoor van Spikey te bekennen. Teleurgesteld liep Martin naar huis. Hij bedacht zich dat dit misschien wel het ergste was wat hen nu nog zou kunnen overkomen. Tim was nu ook al zijn maatje kwijt. Met lood in zijn schoenen opende Martin de deur. Tim keek hem met betraande ogen verwachtingsvol aan, maar Martin schudde zijn hoofd, en dat was het moment dat Tim zo hard begon te huilen, dat ook Martin en Oma het niet meer droog hielden.
Wat een rot jaar, snikte Tim. Ik heb helemaal geen zin meer in Kerst. Hij stond op, terwijl hij nog aan het snikken was, stampte de trap op en sloeg de deur achter zich dicht.
Martin liet zich op zijn stoel zakken en plaatste zijn gezicht in zijn handen. Ik weet het niet meer Marie, waarom moet dit nou juist nu gebeuren, waarom Marie, waarom?
Marie keek hem met betraande ogen aan, en kon niets zeggen. Ze had ook even geen antwoorden meer. De Kerststemming was in ieder geval weg. We zullen er toch iets van moeten proberen te maken, hoe moeilijk het ook wordt Martin, dat zou Anja zo gewild hebben, je moet sterk zijn voor Tim, alsjeblieft.
Martin vermande zich. Ik bel het asiel, als iemand Spikey vind, dan word hij hopelijk naar hun toe gebracht, laat dat dan mijn kerstwens zijn voor dit jaar.
Na het bellen liep hij naar de kamer van Tim en vertelde wat hij had gedaan en dat Tim vooral de hoop niet op moest geven. Ze vinden hem vast Tim, wie weet is hij met de Kerst wel gewoon bij je, ik heb het in ieder geval gewenst.
Ik wens helemaal niets, zei Tim opstandig. Wensen komen toch niet uit. Alles gaat dood of verdwijnt, ik hoef geen Kerst. Ik blijf gewoon de hele Kerst op mijn kamer, en zo is dat.
Martin besloot het er verder maar niet over te hebben. Tim was zo overstuur dat hij het alleen maar erger zou maken. Verdrietig liep hij de trap af naar beneden. Ook hij had niet zo heel veel zin meer in de Kerst, en dat was al niet zoveel geweest.
Pixabay
Martin had geen oog dichtgedaan. Hij was wel tien keer wezen kijken of Spikey niet per ongeluk voor de deur stond, maar ieder geluid dat hij hoorde was geen teken van Spikey. Toen het begon te schemeren besloot hij maar dat hij er beter uit kon komen. Hij zette koffie, deed de Kerstverlichting aan en belde nogmaals het asiel, maar geen teken van Spikey. Er waren veel katten binnengebracht, maar geen klein zwart labrador pupje. De vrouw vertelde hem ook dat dit soort hondjes niet veel werden gebracht, Martin wist dat, maar wilde het niet horen. Hij bedankt de vrouw en nam een slok van zijn koffie.
Plotseling hoorde hij de traptreden kraken en zag hij dat Tim naar beneden kwam lopen.
Ik heb alleen maar dorst hoor, en dan ga ik weer naar boven, zei Tim resoluut.
Martin knikte, wil je warme chocomel? Tim wilde niet, gewoon een beetje fris, zei hij.
Ze zaten zwijgend in de kamer terwijl Martin zijn koffie dronk en Tim zijn sinas.
Ik ga nog even plassen, zei Tim en liep naar de hal. Is goed Tim, antwoordde Martin. Die zou hij voorlopig niet meer zien vandaag, bedacht hij zich.
Plots hoorde hij een gil uit de hal. Papa! Maak de deur open! Spikey staat voor de deur!
Martin sprong op alsof hij door een wesp was gestoken. Hij rende de hal in en zag door het glas in de voordeur het kopje van Spikey. Snel deed hij de deur open. Tim wist niet hoe snel hij de hond moest beetpakken en als Martin hem niet had tegen gehouden had hij zijn kleine vriendje waarschijnlijk plat geknuffeld.
Mag ik hem even, vroeg Martin, ik wil even kijken of hij helemaal in orde is.
Tim gaf met tegenzin de pup aan zijn vader die de hond even goed bekeek. Plots viel hem wat op. Het leek wel of er iets om de nek van de hond zat. Hij pakte het beet en keek naar wat hij om zijn hals zat.
Martin dacht even dat hij gek werd. Oma was inmiddels de hal ingelopen en zag nog net dat Martin in tranen uitbarstte. Met een korte ruk trok hij het van de nek van Spikey en hield het in zijn open hand voor hem.
Het was de ketting van Anja.
Oma dacht even dat ze zou flauwvallen, hoe kon dit nou?
Tim wist het wel. Je bent bij mama geweest he Spikey? En ze heeft je haar ketting omgedaan om ons te laten weten dat ze er deze Kerst ook gewoon bij is. Hi mama! Riep Tim naar boven alsof hij voelde dat ze van boven op hem neer keek.
Spikey gaf Tim een lik over zijn gezicht, en voor het eerst sinds Tim hem had, gaf hij een klein blafje.
Spikey zegt ja Oma, mama is er ook. gezellig he?
Oma stond met betraande ogen naar de jongen en zijn hond te kijken.
Nou kan het toch nog een mooie Kerst gaan worden, prevelde ze zacht.
Reken maar van yes Oma, zei Tim, het wordt nu een hele mooie Kerst, met z'n allen, kom Spikey, we gaan cadeautjes openmaken. Kom op papa en Oma, opschieten, niet huilen, dat vind mama niet leuk.
En Tim rende richting de boom om zijn cadeautjes te bekijken.
Om nou te zeggen dat het hun mooiste Kerst ooit was, gaat wat ver. Dat het hun meest bijzondere was, daar waren ze het allemaal wel over eens.
Einde.