Disease of time (ziekte van de tijd)
Because I usually write Dutch, I tried to translate my texts as much as possible. I apologize for mistakes in my text. Share from the 'newspaper of the soul' with the theme ‘cancer’
I wrote both the poem and made the digital editing of the accompanying drawing
Disease of time
Yes, it's a weird creature. The essence we strive for is not to be experienced. Because we want to stay alive.
It's a being very far away. Unless you have a friend or a friend who knows the essence. Then it's all very close and that makes us everything but happy. Because then you will suddenly be in the waiting queue.
The creature always comes unexpectedly, then you freeze from impotence and lose your life light. It's a being that you do not invite anyone, not even the greatest unman. It is the essence of our times, while we try to avoid careless life, we avoid it.
It occurs throughout the body, while the doctor's intentions sing in choir.
It's a disease that everyone can get, men women themselves children. Then comes the question, it's what the power wants or can. Then you want to give your own life, because the loved one might stay alive.
There is also hope for those who have the essence, with doctors company's full of research and pills. We then hope that the essence is not too big, and only on a small extension or temporal.
Then the fight follows the essence, so we return and may heal. And we can embrace life, and we can walk carelessly in a bunch of elder.
If you like this, you can still raise or resume this message
Deel uit 'krant van de ziel' met het thema ‘kanker’
Ik schreef zowel het gedicht en maakte de digitale bewerking van de bijbehorende tekening.
Ziekte van de tijd
Ja t’is een raar wezen. Het wezen waar we naar streven, het niet moeten te beleven. Want we willen blijven leven.
T’is een wezen van heel erg ver. Tenzij je een familielid een vriend of een kennis hebt, dat het wezen kent.
Dan is het ineens heel erg dichtbij en dat maakt ons alles behalve blij. Want dan sta je ineens in de wachtende rij.
Het wezen komt altijd onverwacht, dan bevries je van onmacht en verlies je het levenslicht.
Het is een wezen dat je niemand toewenst, zelf niet de grootste onmens.
Het is het wezen van onze tijden, terwijl we onbezorgd leven trachten we het toch te vermijden.
Het komt in het gehele lichaam voor, terwijl de voornemens van de dokter zingen in koor.
Het is een ziekte die iedereen kan krijgen, mannen vrouwen zelf kinderen.
Dan komt ineens de vraag, is het dat wat de grote macht wil of mag.
Dan wilt u je eigen leven geven, omdat de geliefde zou mogen blijven leven.
Er is ook hoop voor deze die het wezen hebben, met dokters ondernemingen vol met onderzoeken en pillen.
We hopen dan dat het wezen niet te groot is ,en enkel op een kleine uitbreiding zit of tijdelijk is.
Dan volgt het gevecht tegen het wezen, zodat we terug
mogen genezen.
En we het leven terug mogen omhelzen, en we onbezorgd kunnen lopen in een bos vol elzen.